u bent hier  » Ikke » denk negatief, niet positief

denk negatief, niet positief. 'We verliezen de vaardigheid om om te gaan met tegenslagen.'

Uit de krant © Trouw 5-9-2017

We leven in een hyperindividualistische maatschappij waarin we zelf de verantwoordelijkheid dragen voor een goed gemoed, vat de initiatiefnemer van de cursus Ida Hallgren onze tijdsgeest samen. Hallgren, verbonden aan de universiteit van Gotenburg, is psycholoog en praktisch filosoof. Betrap je jezelf op ongelukkige gedachten, dan moet je óf wat harder lopen, óf je bent niet optimistisch genoeg. Werpt het ene zelfhulpboek geen vruchten af, dan probeer je een tweede en een derde, maar mocht je daarna nog steeds niet stralend wakker worden: dan doe je iets ontzettend fout.

Ook de psycholoog en komediant Mattias Lundberg stoort zich aan de blijheidsgekte. "Er is een verschil tussen geluk en optimisme", zegt Lundberg. "Geluk - daar is de mens altijd naar op zoek geweest, maar positief denken is primair een makkelijk te verkopen boodschap."

Lundberg refereert aan de motivational speach, de motivatievoordracht, die niet alleen in de Verenigde Staten, maar ook in Zweden de laatste jaren is gepopulariseerd. Werkgevers sturen hun personeel naar een prijzige inspiratiespreker, die een van stap tot stap te volgen pad naar succes voorkauwt. Visualiseer rijkdom, en het grote geld komt vanzelf. En ben je ziek? Dan lach je jezelf toch weer gezond? "De essentie van deze toespraken is altijd een variant van: je kunt worden wat je wilt, zolang je er maar in gelooft", meent Lundberg. "Maar dat is een flagrante leugen: ik zal nooit een basketbalspeler worden, hoe hard ik me ook op die droom concentreer."

De zo-word-je-gelukkig-boekenhype vindt Lundberg al even idioot. "Hoe kan het dat de meeste zelfhulpgoeroes een lange lijst boeken op hun naam hebben staan? Werkten hun eerdere methoden niet?" Hij lacht: "Ik wil best geloven dat de auteurs aanvankelijk oprecht zijn, maar dat slaat snel om als ze doorkrijgen dat ze op een goudmijn zijn gestuit."

Laat er geen misverstand over bestaan: met een goede dosis optimisme is niks mis, voegt Lundberg gauw toe aan zijn relaas. Maar volgens hem heeft de zelfhulpindustrie de term gekidnapt. Grenzeloze positiviteit is verworden tot een voorwaarde voor geluk. En in die aanname schuilt gevaar. Een overdaad aan optimisme, zegt Lundberg, creëert verwachtingen waar een mensenleven zelden aan voldoet.

In het boek 'De gelukkig pessimist', dat hij samen met collega Jan Bylund schreef, noemt hij het voorbeeld van een meisje dat meedoet aan een talentenjacht. Ze is ervan overtuigd dat ze gaat winnen. Nog voordat ze heeft geauditeerd, is ze gestopt met school. Haar hele leven is haar ingepeperd: je bent prachtig en je zingt fantastisch. Dus ze denkt: dit doe ik met twee vingers in de neus. Vol goede moed beent ze de castingruimte in en na een minuut zegt de jury: je bent lelijk en je zingt vals, tot nooit ziens. "Het ontbrak dit meisje compleet aan het gereedschap die teleurstelling te boven te komen", zegt Lundberg. "Van haar wereld- en zelfbeeld was geen snipper over."

Ida Hallgren noemt het een maatschappelijke ziekte: de positiviteitsfaçade, die zich vooral op sociale media manifesteert. "We verliezen de vaardigheid om om te gaan met tegenslagen. Steeds vaker heb ik te maken met cliënten, vaak jongeren, die denken fundamenteel mislukt te zijn omdat ze een periode minder lekker in hun vel zitten."

Het probleem van schone schijn beperkt zich niet tot het individuele niveau. De high-five-cultuur zit ook ingebakken in het bedrijfsleven, waar het optimismevoorschrift een makkelijke manier is werknemers de mond te snoeren. Een klokkenluider, of iemand die simpelweg een bezwaar opwerpt, wordt snel weggezet als zeurpiet. Doe toch niet zo negatief!

Aan de vooravond van de bankencrisis in 2008, vertelt Hallgren, zagen sommige bankiers de bui al hangen. Maar diegenen die hun zorg uitten, kregen een ontslagbrief. "Je negatieve houding schrikt onze klanten af", was de repliek. De terminologie van George W. Bush was al even veelzeggend: de financiële sector heeft zijn vertrouwen verloren. Alsof met een goede dosis hoopvolle gedachten de crisis te bezweren was geweest.

Empatisch vermogen

Deze positiviteitsdrang tast volgens Hallgren ook ons empathisch vermogen aan. Als we onszelf geen raad weten met ongeluk, kunnen we ons evenmin inleven in andermans lijden. "Ik zie het gebeuren in Zweedse verzorgingshuizen. Ouderen met existentiële angsten weten niet tot wie ze zich moeten wenden. De broeder of zuster zegt: hier, drink lekker een kop koffie en denk maar aan iets leuks."

Hoog tijd voor een tegengeluid, vindt Hallgren. Hallgren groeide op in het zuid-Zweedse Småland, een regio die een lange geschiedenis van voedselschaarste kent. "Het is daar ingebed in de calvinistische cultuur. De bewoners zijn altijd voorbereid op de mogelijkheid van een strenge winter, van honger. Dus dat was de strekking van mijn opvoeding: houd rekening met een onaangename uitkomst."

En die levenshouding heeft zo haar voordelen. Het betekent niet dat ze per definitie uitgaat van het slechts denkbare scenario of altijd maar beren op de weg ziet. Het is, zegt Hallgren, vooral een kwestie van de realiteit erkennen. We zijn niet in staat elke ongemakkelijke gebeurtenis te vermijden, dus wat is mijn plan B als deze situatie een minder gunstige afloop heeft? "Als ik een college moet geven stuur ik mijn powerpoint-presentatie altijd naar mijn mail en neem ik hem ook mee op een usb-stick, voor het geval dat."

Een minder triviaal voorbeeld, zegt Hallgren, is dat van een Zweeds reisbureau dat zich voor de tsunami van 2004 zich al in de mogelijkheid van een natuurramp had verdiept. Zij bleken de enige die, toen het zover was, meteen een adequaat noodplan in werking konden stellen. Toen een man zichzelf in 2010 opblies in het centrum van Stockholm, waren de veiligheidsdiensten stomverbaasd. Niemand leek rekening te hebben gehouden met deze ongelukkige aangelegenheid. Dat kon bij ons toch niet gebeuren? Indirect leidde het incident er wel toe dat na de aanslag in april in de Zweedse hoofdstad alle autoriteiten wisten wat hen te doen stond.

Een andere component van de negativiteitsfilosofie, zegt psycholoog Lundberg, is acceptatie. Een cliënt heeft last van angsten en vraagt zich af wat er toch aan hem scheelt. "Je hele bestaan is zojuist op z'n kop gezet door een ingrijpende gebeurtenis, is het niet logisch dat je met angsten kampt? Je hoeft niet altijd vrolijk te zijn, en je hebt niet elk aspect van je leven in de hand. Soms is dat het enige beschikbare medicijn: inzien dat het nu even is zoals het is."

Boeddhisme

Hallgren brengt haar studenten drie fasen pessimisme bij. Ze begint klassiek, bij de Griekse stoïcijnen, vervolgt haar colleges met de negentiende-eeuwse opperpessimist Arthur Schopenhauer en besluit de cursus met het boeddhisme. De boeddha had als uitgangspunt dat het leven een lijdensweg is van onvrede en aftakeling. Maar hij overhandigde ook praktische methoden om hiermee om te gaan.

Hallgren geeft de technieken door aan haar gevolg. Onder andere met meditatie kun je leed in jezelf en anderen herkennen, kun je het leren accepteren, en juist door die erkenning ontwikkel je dankbaarheid, mededogen voor andermans pijn, misschien uiteindelijk zelfs geluk.

"In Zweden gaan stemmen op om bedelen te verbieden. Dat is een typische reactie vanuit stress, in plaats van empathie. Als we meer oog hebben voor ons eigen lijden, kunnen we ons ook beter verplaatsen in de situatie van iemand die op een kleedje voor de supermarkt zit."

Ondertussen verspreidt Lundberg de pessimismeboodschap met het middel van zijn tegenstanders: hij en Bylund hebben een komische parodie op de inspiratietoespraak. Ze grappen over gemaakte fouten, goede bedoelingen met een slechte afloop, kansloze dromen, over geluk dat ze keer op keer ontglipt. Het duo is in te huren bij dezelfde agentschappen als de optimismegoeroes. "Dat deed nogal wat stof opwaaien", zegt Lundberg. "Logisch: de motivatiesprekers zijn bang hun goede business te verliezen."