u bent hier  » Hechtel » volgens Van Reybrouck

Cultuurhistoricus David van Reybrouck: 'We hebben nog vijf jaar om de democratie in Europa te repareren'
Maar dan moeten we wel naar de misnoegde burger luisteren
Aanhangers van populistische partijen zijn geen fascisten, maar als je ze lang genoeg zo noemt, kunnen ze het wel worden, zegt cultuurhistoricus David Van Reybrouck.
Door: Sander van Walsum 7 oktober 2017, 02:00

Duitsland was het enige buurland waar de Belgische schrijver en essayist David Van Reybrouck nog nooit had gewoond. Afgezien van Luxemburg, waarmee de aanraking zich beperkte tot de vluchtige consumptie van een bord spaghetti. Aan die toestand kwam een einde toen hij zich vorig jaar, in het kader van een artistiek uitwisselingsprogramma, in Berlijn vestigde. Net terug in Brussel, ziet hij terug op een vruchtbaar verblijf in een stad die hem beviel.

Maar het Berlijnse intermezzo heeft hem ook enigszins ontmoedigd. Hij was getuige van de opkomst van de Alternative für Deutschland en van de rituele verkettering die de AfD-aanhangers ten deel viel. Die riep beklemmende associaties op met het onthaal van het rechts-populisme in Vlaanderen in de jaren negentig van de vorige eeuw en in Nederland in de jaren na de eeuwwisseling.

Uit beduchtheid voor populisme stigmatiseren wij een groot deel van de burgerbevolking. Daarmee oogst je juist wat je zegt te bestrijden

'Telkens wordt weer dezelfde fout gemaakt. Telkens wordt een reëel maatschappelijk onbehagen verdacht gemaakt. Telkens worden bewegingen die ingaan tegen de politieke consensus aangemerkt als voorbode van het fascisme. Daarmee spelen we een ongelooflijk gevaarlijk spel. Uit beduchtheid voor populisme stigmatiseren wij een groot deel van de burgerbevolking. Daarmee oogst je juist wat je zegt te bestrijden. Zo heeft de AfD zich in een paar jaar tijd kunnen ontwikkelen van een eurosceptische partij tot de rechts-radicale partij die ze nu is. Elke stap in die richting was mede het gevolg van hysterische reacties vanaf de overkant.'

Over deze reflex - nie wieder Faschismus! in alle talen van Europa - schreef Van Reybrouck al in 2008 een boekje, of pamflet: Pleidooi voor populisme. Hierin betrok hij de, op dat moment nogal gewaagde, stelling dat de opstand van laaggeschoolden op serieus te nemen tekorten van de representatieve democratie duidde. 'De evidente broederschap tussen de linkse intelligentsia en het proletariaat ging op zolang men zich mocht bekreunen om onmondige arbeiders in de verpauperde volksbuurten van het land, maar die verdampte alras toen diezelfde arbeider in Marbella de polonaise stond te dansen in een door Jordanezen gerunde taverne en ondertussen afgaf op de 'makaken' in zijn buurt. (...) Van de weeromstuit ging links zich ontfermen over een nieuwe en schrijnender groep noodruftigen: de migranten.' Waar de sociaal-democratie tekortschoot, ontstond het rechts-populisme.

In zijn in 2013 verschenen Tegen verkiezingen - volgens de auteur zelf zijn belangrijkste boek - stond de vraag centraal die Van Reybrouck in Pleidooi voor populisme nog niet had kunnen beantwoorden: hoe kan het ontheemde proletariaat meer zeggenschap krijgen? 'Het heeft stemrecht, maar het verlangt naar spreekrecht', zei hij destijds in een interview in de Volkskrant. Dat spreekrecht wordt misnoegde burgers in de representatieve democratie onvoldoende toegekend, meent Van Reybrouck. Vandaar dat zij zich zo massaal en zo heftig van de sociale media bedienen.

De gevestigde orde schudt daarover meewarig of bezorgd het hoofd. Ten onrechte, meent Van Reybrouck. Want de boze burger is een geëngageerde burger, en dat engagement moet beter worden benut dan het bestaande stelsel vermag. Niet door referenda, waarbij 'de onderbuik even zwaar weegt als de bovenkamer', maar door Kamers, burgerfora en raden in het leven te roepen waarvan de samenstelling niet door een verkiezing, maar door loting wordt bepaald. Op die manier verkrijgen gewone burgers - per saldo redelijke mensen zodra zij de anonimiteit van het internet hebben verruild voor de intimiteit van een ronde tafel - zeggenschap die in onze 'diplomademocratie' is voorbehouden aan hoger opgeleiden. Tijdens een recent, door The New York Times belegd congres in Athene over de toekomst van de democratie, schaarde Kofi Annan, de vroegere secretaris-generaal van de Verenigde Naties, het boek van Van Reybrouck bij de 'bold and innovative ideas' die het democratisch bestel zouden kunnen revitaliseren.

Hoe weet u zo zeker dat die misnoegde burger van nature naar redelijkheid neigt?

'Dat merk je bijna altijd zodra je met mensen aan de praat raakt. In de Berlijnse buurt waar ik woonde, nabij de kop van de Kurfürstendamm, bezocht ik geregeld een Imbiss, zo'n kraam waar curryworsten worden verkocht. De uitbater was blij met de zege van Trump. 'Nu kunnen gewone Amerikanen eindelijk naar de dokter gaan', zei ze. Je kunt dan tegenwerpen: 'Mens, dat is Obamacare, geen Trumpcare!'

'Maar als je gewoon naar haar blijft luisteren, merk je dat zij meeleeft met mensen die de dokter en het ziekenhuis niet kunnen betalen. Ze bleek een heel zorgzame vrouw die zeven dagen per week curryworsten voor 1,80 euro per stuk verkoopt en die een belangrijke sociale functie vervult in haar buurt. Er komen daklozen, scharrelaars, verwaaide types, zakenlui. In ons kiesstelsel is er voor zo'n vrouw eigenlijk geen plaats. Sterker: zo iemand krijgt alleen maar te horen dat ze het allemaal verkeerd heeft begrepen. Maar als ze door loting deel gaat uitmaken van een democratisch gremium waar zij informatie krijgt en waar naar haar wordt geluisterd, komt aan die uitsluiting een einde.'

Hoe ziet die uitsluiting eruit?

'Een journalist van Der Spiegel die ik op Facebook volg, schreef dat de voormalige DDR met al die AfD-stemmers meer op Oost-Europa lijkt dan op de Bondsrepubliek. Een gevaarlijke uitlating. Mijn gedachten gingen werktuigelijk uit naar de bijna 65-jarige man met wie ik van Dresden tot Berlijn in een treincoupé heb gezeten. Zijn hele werkende leven had hij met een kraan gasleidingen getrokken. Hij zei: 'Ik heb vijftig jaar gewerkt, ik heb vijftig jaar belasting betaald, ik leef met mijn vrouw in een appartement van 60 vierkante meter en een balkonnetje in een buitenwijk van Berlijn. Eigenlijk ben ik best tevreden, maar het valt mij zwaar dat mensen die net in Duitsland zijn gearriveerd, meteen financieel worden ondersteund.' Voor hem was dat een reden om op de AfD te gaan stemmen.'

Daar was hij wel mededeelzaam over?

'Zeker. Misschien omdat ik buitenlander ben en omdat ik niet meteen hysterisch op die ontboezeming reageerde. Ik heb over Congo geschreven, ik heb kindsoldaten, verkrachters en oorlogsmisdadigers geïnterviewd, dus ik weet dat je een gesprek het best kunt stoppen met het uitspreken van een snelle morele veroordeling. Probeer je liever eens te verplaatsen in zo'n man. In 1989 viel in één keer de wereld zoals hij die kende in duigen. Níéts was er blijkbaar goed aan geweest. Hij moest leren leven in een nieuw land. Een hele maatschappij werd terzijde geschoven. DDR-burgers werden gedegradeerd tot tweederangsburgers in hun eigen land. Vervolgens wordt dat nieuwe land geconfronteerd met een ongekende instroom van migranten,en opnieuw mag hij daar niets van zeggen. Hij moet twee keer zwijgen. Ik snap het hoor, dat de AfD het zo goed doet in de vroegere DDR.'

Als Merkel durft te zeggen dat je één miljoen nieuwkomers kunt schaffen, dan kan ze een coalitie met de AfD ook schaffen

Maar veel Duitsers snappen het niet.

'Dat Duitsland in die kramp schiet, kan ik mij heel goed voorstellen. 'Nie wieder Faschismus!' is een belangrijk deel van de naoorlogse Duitse identiteit. Militante antifascisten wrijven zich in de handen: we mogen en we moeten weer radicaal zijn. Maar met hun acties maken zij de kloof niet smaller, maar juist breder. De kraanmachinist met wie ik rustig heb zitten praten in de trein van Dresden naar Berlijn en de mevrouw van de curryworsten zijn geen fascisten. Nog niet. Maar ze kúnnen het worden als ze er maar lang genoeg voor worden uitgemaakt. AfD is de derde partij van het land. Als Merkel durft te zeggen dat je één miljoen nieuwkomers kunt schaffen, dan kan ze een coalitie met de AfD ook schaffen. Men zegt: er is maar één coalitie mogelijk. Dat is niet waar. Er zijn meerdere coalities mogelijk. Inclusief die van CDU/CSU, FDP en AfD. Maar dat kun je beter niet opperen.'

Voor zo'n gedachtenexperiment staat Duitsland nog niet open.

'Ik heb er met veel mensen in Duitsland over gesproken. Sommigen zeiden: je hebt een punt, maar het is een totaal taboe om hier op deze manier over te spreken. Jij kunt het zeggen, want je bent geen Duitser. Sommige Duitsers wagen zich nochtans aan het thema, zoals de dramaturg Bernd Stegemann, auteur van Das Gespenst des Populismus. Een uitstekend boek over de vraag: wie komt nog op voor het blanke proletariaat? Maar de meeste boeken over het populisme zijn inderdaad van buitenlandse auteurs, zoals Owen Jones, Didier Eribon en J.D. Vance. Ze hebben allemaal gelijk. Het gaat over de blanke onderklasse, over de Brexit, over Trump. Van die boeken kun je meer leren dan van het militante antifascisme dat met zoveel genoegen wordt beleden. Zet de mevrouw van de curryworst en de kraanwerker aan een tafel en je krijgt een gesprek. Een heel ander gesprek dan wanneer het óver die zogenaamd misleide mensen gaat.'

Zet de mevrouw van de curryworst en de kraanwerker aan een tafel en je krijgt een heel ander gesprek dan wanneer het óver die zogenaamd misleide mensen gaat.

Zijn uw eigen boeken over deze thematiek niet in Duitsland verschenen?

'Pleidooi voor populisme is pas net verschenen in Duitsland, bijna tien jaar later dan in Nederland en België. En mijn Duitse uitgever wilde Tegen verkiezingen eerst helemaal niet uitbrengen. Hij zei: je hebt hier zo'n goede naam vanwege Congo, verpest die nu niet met een controversieel pamflet. Duitsland had naar zijn smaak ook helemaal geen boek nodig over de onvolkomenheden van het democratisch bestel. Tja.'

Na de verkiezingen in een aantal Europese landen lijkt de crisis in het bestel juist wat geluwd.

'Dat wordt wel gezegd, ja. Is global warming geen feit omdat we toevallig een frisse zomer hadden? De crisis in de democratie is niet voorbij omdat Merkel aanblijft en omdat Macron is gekozen. Ik zou oppassen met het huidige optimisme over Europa. We hebben hooguit ietsje meer tijd om de problemen op te lossen. Ik dacht dat we nog één jaar hadden voor reparatie, nu hebben we vijf jaar. Dat het systeem zal veranderen, staat voor mij vast. De vraag is alleen of het voor of na de crash zal gebeuren. Het is niet makkelijk om een rijdende auto te repareren, maar het zal nog moeilijker zijn als de auto is gecrasht.'

Alle onvolkomenheden van de democratie ten spijt, heb ik niet het gevoel dat ze op springen staat.

Op een moment wordt een woord een steen. En als je eenmaal in de spiraal van geweld zit, is het moeilijk om er weer uit te geraken.

'Hongarije en Polen zijn autocratisch geregeerde landen geworden. Spanje zet massaal geweld in tegen zijn burgers. Turkije, Rusland en in zekere zin ook de Verenigde Staten verliezen hun democratische verworvenheden. Maar elders is de crisis is tot op zekere hoogte abstract, dat is waar. Ik ben ook echt niet wanhopig. Mensen zijn gesteld op een zekere harmonie, en elke dag zie je burgerinitiatieven die hoopvol stemmen. Aan de andere kant: als je mensen in Oost-Oekraïne of het voormalige Joegoslavië vraagt: hoelang van tevoren wist je dat het zou misgaan, dan zeggen ze: tot 24 uur voor de aanvang van de vijandelijkheden had niemand het voor mogelijk gehouden. Geweld kan snel gemobiliseerd worden. Er zit momenteel al heel veel verbaal geweld in deze samenleving. Sociale media hebben niet alleen de dialoog gestimuleerd, maar ook het verbaal geweld. Op een bepaald moment wordt een woord een steen. En als je eenmaal in de spiraal van geweld zit, is het zeer moeilijk om er weer uit te geraken.'
In de Van der Leeuw-lezing zult u ter verklaring van het populisme ook iets over de dekolonisatie zeggen. Dat is geen gangbaar perspectief.

'Men probeert het hedendaags populisme te verklaren door te kijken naar de jaren voor beide wereldoorlogen. Dan gaat het om het nationalisme voor 1914, de bedrieglijke rust in die tijd, de wraakzuchtige Vrede van Versailles, het opkomend fascisme, de beurskracht van 1929. Dat is allemaal heel eurocentrisch gedacht. Alsof we alleen iets van het Europees verleden kunnen leren. Mijn voordeel is dat ik inmiddels de geschiedenis van een stuk van Afrika en een stuk van Azië vrij goed ken. En ik denk dat daar veel evidentere parallellen met het hedendaags populisme te ontwaren zijn dan in de Europese geschiedenis. Wat je in Indonesië zag in de jaren dertig en veertig en in Congo in de jaren vijftig lijkt veel meer op wat momenteel in Europa gebeurt: een groeiend onbehagen over gebrek aan inspraak, de opkomst van massabewegingen met een hoge organisatiegraad, een overheid die het protest eerst miskent en vervolgens demoniseert. Op een zeker moment is een vergelijk tussen machthebbers en misdeelden dan niet meer mogelijk. Ziehier, in kort bestek, de parallel.'

Dit is een artikel van Volkskrant Plus. Volkskrant Plus artikelen zijn exclusief voor abonnees.